Year: 1961Place: BrusselPublisher: CulturaPrinter: Leemans & Loiseau, BrusselEdition: 1stLanguage: NLPages: 24+25platenCondition: VGCover condition: GBinding: losbladig in houten foedraalIllustrated: z/w en kleuren.
- DE OORSPRONG van de techniek van het tapijtweven is ver in het verleden te zoeken. Zoals o.m. uit de opgravingen te Antinoë in Egypte blijkt, waren reeds in de vallei van de Nijl behendige tapijtwevers (of legwerkers) bedrijvig. De Kopten vooral wisten zich - naast de Chinezen en andere volkeren - op dit gebied te onderscheiden. Toen hun land door de Arabieren werd veroverd, maakten deze zich de techniek van het legwerk eigen en stelden die ten dienste van het weven van tapijten met onderwerpen en motieven overeenkomstig hun opvattingen en smaak. De Arabieren bleven, ook na de verovering van nieuwe gewesten, de tapijtkunst beoefenen, in het bijzonder in het mahommedaanse Spanje. Dat van daaruit invloeden op de techniek en de versiering van tapijtwerk in de christelijke landen van West-Europa zich deden gelden, is niet onmogelijk.
Het oudste stuk legwerk in West-Europa teruggevonden is het Sint-Gereon-tapijt, te Keulen bewaard. Het dateert uit de 11de eeuw en getuigt door zijn iconografie - de steeds herhaalde voorstelling van de strijd tussen stier en griffioen in wielen verbonden door medaillons met maskers - van een sterke Byzantijns-Voor-Aziatische ...
