De Begijnhoven. Oorsprong, Geschiedenis, Inrichting

L.J.M. PHILIPPEN
€90,00
Envoyez à
*
*
Méthode d'expédition
Nom
Délai de livraison estimé
Prix
Aucune option d'expédition

Year: 1918
Publisher: Veritas-Ch. & H. Courtin, Antwerpen
Edition:
 1st

Language: Nederlands
Pages: 508 (XVI+492)
Condition: VG
Cover condition: G
Binding: SC
Ft: 26x17 cm. 520 gr.

- Originele softcover uitgave uit 1918 in goede staat.

- INHOUDSTAFEL.
Voorwoord
Opgemerkte drukfouten
EERSTE HOOFDSTUK.
VOORAFGAANDE OPHELDERINGEN.
§ 1. Vroegere behandeling van het onderwerp
Aubertus Miraeus bl. 1. - Petrus Coens bl. 3. Hontshum bl. 3. Elias van Sinte Teresa bl. 3. Zegerus van Erycius Puteanus Ыы. 4. J. G. a Ryckel ab Oorbeeck bl. 4. Joannes Fredericus Schannat bl. 4.- Jo. Laur. a. Mosheim bl. 5. C. Smet bl. 7. Hoffmann von Fallersleben bl. 7. E. Hallmann bl. 8. P. Fredericq bl. 8. J. Wigger bl. 10. bl. 10. bl. 10. Karl Bücher bl. 10. W. Moll bl. 8. J. Daris bl. 8. P. Norrenberg - Ludwig Keller Altmeyer bl. 11. H. Leon Le Grand bl. Pirenne bl. 12. 11. H. Haupt Heinrich Schäfer Joseph Greven bl. 13. Godefroid en A. Hauck bl. 11. b. 12. Н. Nimal bl. 13. Kurth bl. 14. P. O'Sheridan bl. 15.
§ 2. - De benaming Begijn
1. Vroegere verklaringen: komt voort van den bijnaam van Lam- bertus li beges bl. 16. II. Wilhelmus van S' Amore bl. 17. III. Beghina, gevormd uit de eerste lettergrepen der namen Beatrix, Ghiselgundis, Nazarena bl. 18. IV. Begijnen aldus ge- naamd naar de H. Begga bl. 18. V. Hoperus bl. 19. - VI. Grammayeus bl. 19. VII. Stamt af van het werkwoord beggen bl. 19. VIII. Huydecooper, Hoffmann von Fallersleben bl. 21. IX. De eigenlijke beteekenis van het woord begijn oudste vorm en varianten bl. 21. X. Het woord begijn wordt slechts van af het einde der 12º eeuw gebezigd bl. 22. XI. De naam begijn, tot in het begin der 14º eeuw, toegepast op allerlei soorten van extatische personen bl. 25. - Omstreeks 1245 nemen de mulieres religiosae, die de begijnhoven stichtten, den naam begijn bepaald tot den hunnen aan bl. 31. XIIJ. Die naam, gedragen door de bewoonsters der begijnhoven, was aanvankelijk een spotnaam bl. 32. XIV. Met het woord begijn was, tijdens de 13º eeuw, hetdenkbeeld van onbettrouwbare vroomheid verbonden bl. 36. - XV. Het woord begijn was synoniem van bigutta of bigote, d. i. kwezel bl. 38.
TWEEDE HOOFDSTUK.
GESCHIEDENIS DER BEGIJNHOVEN.
§ 1. - Eerste vorm der ontwikkeling van het Begijnwezen: De Beghinae singulariter in saeculo manentes.
1. Onder invloed van het Mysticisme, de conversio beschouwd als ideaal van Godsdienst bl 40. II. Voortplanting van het con- versen en oblatenleven bl. 42. III. Het begijnenleven. als sur- rogaat van het conservenleven, de eerste maal vermeld op het einde der elfde eeuw bl. 43. IV. Wordt met voorliefde aan- vaard door personen die van geene kloosterlijke afhankelijkheid willen weten bl. 45. V. Meestal door vrouwen bl. 47. VI. De eerste begijnen zijn niets anders dan de mulieres religiosae >> waarvan de prologus ad vitam Mariae Oignacensis >> gewaagt en die beghinae genoemd worden bl. 47. VII. De vermenigvul- diging dier mulieres religiosae of beghinae eene oplossing van het toenmalig vrouwenvraagstuk bl. 50. - VIII. De ongehuwde ex- tatische vrouwen, die geene kloosterlijke afhankelijkheid kunnen noch willen dragen, vinden in het begijnenleven een eervol middel van bestaan bl. 51. IX. De mulieres religiosae en de antisa- cerdotalistische hervormers bl. 52. X. De mulieres religiosae en de bestrijders der antisacerdotalistische beweging bl. 53. - XI. Zelf- standige ontwikkeling der mulieres religiosae of beghinae singu- lariter in saeculo manentes bl. 55.
§ 2. Tweede vorm der ontwikkeling van het Begijnwezen: De Congregationes beghinarum disciplinatarum
I. Streven om de mulieres religiosae, of beghinae singulariter in saeculo manentes, te vereenigen in congregationes bl. 58. II. Lambertus « li beges neemt te Luik beghinae op in eene ver- eeniging omvattend extatische personen van beider kunne bl. 59. III. Levenswijze dezer personen bl. 59. IV. Afscheiding der ge- slachten gewenscht bl. 62. - V. Eene congregatio uitsluitend be- stemd voor vrouwen, opgericht te Nijvel, op het einde der twaalfde eeuw bl. 63. VI. Levenswijze van de leden der congregationes beghinarum disciplinatarum bl. 64. Bijval dezer congregationes b. 67.
§ 3. Derde vorm der ontwikkeling van het Begijnwezen: De Beghinae clausae
1. De beghinae vormen nederzettingen in de omgeving van bid-plaatsen en hospitalen bl. 69. II. De beghinae trachten zich eigen hospicia aan te schaffen bl. 73. III. De kerkvoogden mistrouwen en vervolgen de beghinae bl. 74. - IV. Voorstaanders der beghinae bl. 76. V. Programma dezer voorstaanders. a) Zooveel mulieres religiosae mogelijk naar de bestaande vrouwenkloosters te lokken. b) De mulieres religiosae die van geen klooster willen weten, vereenigen in afgesloten curtes of begijn-hofsteden bl. 77. - VI. De noodige toelating bekomen om de mulieres religiosae, die tot geen klooster behooren, te vereenigen in curtes bl. 78. VII. Vorming der eerste curtes; hunne bewoonsters « beghinae clausae > genoemd bl. 80. - VIII. De kerkelijke overheid legt alle wan- trouwen af tegenover de beghinae clausae » bl. 82. - IX. Het leven der beghinae clausae geregeld. bl. 83. X. In Noord Holland en in Wallonië eindigt de ontwikkeling van het begijn- wezen bij de vereeniging in curtes bl. 85. XI. Levenswijze der in curtes vereenigde beghinae clausae bl. 86.
§ 4. Vierde vorm der ontwikkeling van het Begijnwezen: De Begijnhoven of Begijnenparochiën
I. In de Vlaamsche gemeenten is de toeloop tot de curtes be- ghinarum zoo groot dat er besloten wordt begijnenparochiën te stichten bl. 89. II. Curtes beghinarum tot afzonderlijke parochiën ingericht, of terreinen aangeschaft om de begijnenparochiën te stichten bl. 92. parochiën bl. 95. parochie bl. 97. III. Bevorderaars der stichting van begijnen- IV. Verloop van de stichting eener begijnen- De stichtingen nemen een aanvang tijdens de Groot begijnhof Gent Aalst bl. 103. Ieper bl. 107. eerste helft der dertiende eeuw bl. 100. ы. 100. Klein begijnhof Gent bl. 102. Dendermonde bl. 105. Brugge bl. 106. Brussel bl. 107. Leuven bl. 108. Diest bl. 109. - Aarschot bl. 112. Tienen bl. 112. - Zout-Leeuw bl. 113. Antwerpen bl. 113. Mechelen bl. 117. Lier bl. 118. Herenthals bl. 120. Sint Truiden bl. 121. Tongeren bl. 122. Breda bl. 124. 's Hertogenbosch bl. 125. - Roermond bl. 125.
§ 5. De Begijnhoven tijdens de laatste periode der Middeleeuwen 127
1. Opbloei en aangroei van de begijnenparochie of het begijnhof bl. 127. II. De bewoonsters der begijnhoven aanvaarden bepaald den naam begijn bl. 129. III. Eerste statuten van begijnhoven Ыы. 130. - IV. De beghinae der Vlaamsche begijnhoven en de strijd tegen de onbetrouwbare of kettersche beghinae, die buiten begijnen- parochiën of curtes beghinarum leven bl. 132. - V. Veroordeeling der errores beguinarum door de kerkvergadering van Vienne Afschaffing van het begijnwezen door Paus Clemens V bl. 133. VI. Alle beghinae, zelfs de betrouwbare der Vlaamsche be- gijnhoven, vervolgd bl. 133. VII. Paus Joannes XXIJ gedoogt dat de rechtgeloovige beghinae onzer begijnhoven, bij uitzondering op den algemeenen regel, blijven voortbestaan bl. 136. VIII. Hervormingen en algemeene codificatie der op de begijnhoven heerschende gebruiken in plaatselijke statuten bl. 138.
§ 6. De Begijnhoven uit den Nieuwen Tijd.
1. Merkwaardige heropbloei na de vervolging bl. 140. II. De beeldenstorm en de begijnhoven bl. 141. III. De Contrareforme; binnengeslopen misbruiken en hervorming der begijnhoven bl. 143. IV. De begijnhoven na hunne hervorming bl. 146. V. Het verlangen naar eene stichteres bl. 147. VI. De gewaande stichters voor het opduiken der H. Begga-kwestie bl. 148. VII. Toe- schrijving der stichting aan de H. Begga bl. 149. VIII. Bitsige strijd om de H. Begga bl. 151. IX. Het glanstijdperk der be- gijnhoven bl. 156. X. De begijnen en de Fransche overheer- sching; de goederen der begijnenvereeniging onteigend; de ver- eeniging moet uitsterven bl. 159, toestand na de onteigening bl. 162. XI. Herinrichting der begijnhoven na de Fransche overheer- sching bl. 162. XII. De begijnhoven tijdens de negentiende eeuw bl. 163.
DERDE HOOFDSTUK.
INRICHTING VAN HET BEGIJNENLEVEN.
§ 1. De levenswijze der Begijnen
1. Aanvaarding bl. 166. 11. Proeftijd bl. 169. VI. Godsdienstige verplichtingen bl. 186. III. Professsie en gelofte bl. 172. IV. Kleederdracht bl. 178. bl. 184. V. Huisraad VII. Het der werken van barmhartigheid bl. 194. X. Bestraffing bl. 196. XIII. XIV. Ondersteuningen bl. 211. XV. kapittel bl, 189. VIII. Het uitgaan bl. 191. IX. Uitoefening XI. Kostwinning bl. 201. XII. Vrijdommen bl. 207. Huisvesting bl. 208. Uitspanningen en feestelijkheden bl. 211. XVI. Uittreden uit de begijnengemeente bl. 220. XVII. Afsterven bl. 221. XVIII. Getalsterkte b. 222.
§ 2. Het Bestuur der Begijnhoven
1. A. De Hofmeesteressen bl. 224. 11. Aantal bl. 225. IV. Vereischte hoedanigheden bl. 230. V. Verkiezing 226. Aanstelling bl. 232. VI. Verplichtingen 233. VII. Rechten Ы. 236. VIII. Uitoefening van hun ambt bl. 238. IX. B. De Raudjuffers en Magistrae guldae bl. 239. X. C, De Procuratores bl. 241. XI. Aantal bl. 242. XII. Vercischte hoedanigheden bl. 244. -XV. D. De Conservatores bl. 245. Aanstelling bl. 242. - XIII. XIV. Voorrechten bl. 245. XVI. E. De Rector bl. 247. XVII. F. De Visitatores bl. 248. bl. 249. bl. 253. XVIII. G. De Rentmeester XIX. H. De Syndicus 253. XX. 1. De Poortiersters
VIERDE HOOFDSTUK.
INSTELLINGEN OP HET BEGIJNHOF.
§ 1. Instellingen van godsdienstigen aard
1. A. De Kerk bl. 255. II. De Kerkmeesteres bl. 256. De Parochiaan bl. 256. IV. Benoeming en aanstelling bl. 257. - V. Verplichtingen bl. 259. VI. Gezag bl. 260. VII. Vereischte hoedanigheden bl. 261. VIII. Bezoldiging bl. 261. IX. De Kape- lanen en Onderpastoors: Verplichtingen, Bezoldiging bl. 263. - X. De Kosteressen: Verplichtingen, Loon bl. 266. XI. De Koster: Verplichtingen en Loon bl. 267. XII. De Zangeressen bl. 268. XIII. De Organiste bl. 270. XIV. Broederschappen bl. 270. XV. B. Het Noviciaal bl. 271. XVI. De Meesteres der Novices XVIII. bl. 272. XVII. Levenswijze der Novices bl. 272. Bruidschat bl. 275. Kostgangsters bl. 276: XIX, G. De Begijnenschool bl. 276. XX. XXI. Schoolkinderen bl. 279.
§ 2. Instellingen van socialen aard
1. Economische voorzorgen bl. 281. II. A. De Heiliggeesttafel bl. 282. III. De heiliggeestmeesteres bl. 282. IV. Heiliggeest- kinderen en proven bl. 282. Verplichtingen der heiliggeestkinderen bl. 283. VI. B. De Infirmerie bl. 285. VII. Meesteres en be- woonsters bl. 286, VIII. Inrichting bl. 287. IX. Aanvaarding bl. 289. X. Proven bl. 290. XI. Herbergen der vreemde- lingen bl. 291. XII. Boerderij bl. 293. XIII. Kapel bl. 293. XIV. De Conventen bl. 294. XV. Organisatie bl. 295. XVI. Levenswijze in het convent bl. 296. XVII. D. De Beurzen bl. 297. XVIII. E. De Bedeelingen bl. 300.
BIJLAGEN.
1. Statuten der Begijnenvereenigingen van het bisdom Luik. Omstreeks 1246 303
Statuten van het Begijnhof te Sint Truiden. 14° eeuw? 308
II. Statuten der Begijnhoven van het Aartsbisdom Mechelen. 1588 315
III. Statuten der Begijnhoven van het Aartsbisdom Mechelen. Begin 19 eeuw. 329
IV. Statuten van het Begijnhof te Antwerpen. 1323 336
V. Statuten van het Begijnhof te Lier. 1401 339
VI. Statuten van het Begijnhof te Antwerpen. 1664 344
VII. Statuten der Hofmeesteressen van het Begijnhof te Antwerpen.
VIII. Regel van den Rentmeester van het Begijnhof te Antwerpen. 1664 1689
IX. Statuten der Poortiersters van het Begijnhof te Antwerpen.
17º eeuw.
X. Inkomen der Pastorij van het Begijnhof te Antwerpen 1787.
Inkomen der Onderpastorij van het Begijnhof te Antwerpen. 1787 376
Beurs voor eene begijn op het Begijnhof te Antwerpen. 1787.
XI. Regel van de kosterij op het Begijnhof te Antwerpen. 1482
XII. Statuten van het Noviciaat van het Begijnhof te Diest. 1627
XIII. Reglement der Begijnenschool te Antwerpen. Begin 19e eeuw
XIV. Statuten der Heiliggeesttafel van het Begijnhof te Antwerpen.
16º eeuw. 397
Ordonnantie van de provenen der Heiliggeesttafel te Antwerpen
XV. Statuten der Infirmerie-meesteres van het Begijnhof te Antwer- pen. 1590
XVI. Statuten der Infirmerie-kinderen van het Begijnhof te Antwerpen.
17º eeuw.
XVII. Proven van de huiszusters der Infirmerie van het Begijnhof te
Diest. 17º eeuw
XVIII. Statuten van het Convent Sion op het Begijnhof te Antwerpen.
16º eeuw.
XIX. Statuten van het Convent Nieuw Jerusalem op het Begijnhof
te Antwerpen. 1590
XX. Fundatie van Sint Barbara op het Begijnhof te Antwerpen.
17º eeuw.
XXI. De vervalschte oorkonden van Vilvoorde
XXII. Lijst der onuitgegeven stukken die medegedeeld worden buiten
de bijlagen
XXIII. Bibliographie der Begijnhoven:
1º Algemeene Bibliographie.
20 Bijdrage tot de bijzondere Bibliographie.
Register van persoonsnamen
Register van geographische namen
Zaakregister.